Auteurs: Vander Borght Marie, Cortvriend Sam en Lemmens Virginie
De masterproef onderzoekt hoe ver een Brusselse secundaire school staat in de implementatie van digitale competenties, gebaseerd op het vier in balans-model. Dit model bestaat uit vier componenten: visie, deskundigheid, digitaal leermateriaal en infrastructuur, met extra nadruk op leiderschap en samenwerking.
De studie richt zich op het vergroten van ICT-deskundigheid onder leerkrachten en de integratie van digitale competenties bij leerlingen. De "Digitale competentie en mediawijsheid" (SCDC), een sleutelcompetentie in het Vlaamse onderwijs, wordt gebruikt als leidraad. Deze competentie omvat het gebruik van digitale media, computationeel denken en het ethisch omgaan met media.
De onderzoekers gebruikten zowel kwantitatieve als kwalitatieve methoden, zoals de SELFIE-vragenlijst en focusgroepen, om data te verzamelen. Uit de resultaten blijkt dat er significante uitdagingen zijn: het ontbreken van een duidelijke ICT-visie en het uiteenlopende niveau van ICT-vaardigheden bij leerkrachten. Terwijl sommige docenten digitaal vaardig zijn, kampen anderen nog met basisvaardigheden. Deze kloof beïnvloedt de consistente toepassing van digitale middelen in de lessen.
De ICT-infrastructuur van de school is redelijk ontwikkeld, met laptops en internet voor de meeste leerlingen, maar er is een tekort aan samenwerking en gedeelde visie. Aanbevelingen zijn onder andere een duidelijke ICT-visie voor de school, gerichte bijscholing voor docenten en het aanstellen van een ICT-coördinator om het gebruik en de samenwerking rond digitale technologie te versterken.
Masterthesis: Vander Borght, M., Cortvriend, S., & Lemmens, V. (2023). Didactisch gebruik van ICT voor leren: vier in balans?